Het gevoel van allerzielen
De vijftienjarige Bram – die twee jaar eerder zijn oudere broer Gijs verloor door een auto-ongeluk – wilde het verdriet van zijn vader en moeder niet vergroten. Daarom sprak hij er niet over met zijn intens verdrietige ouders. Pas de laatste maanden praat hij er wel over met zijn moeder, die zegt: ‘Je maakt me verdrietiger door er niet over te praten dan door er wel over te praten.’
Bram verzamelt alles van zijn broer, liefst zoveel mogelijk concrete dingen, zelfs de brokstukken van de auto waarmee zijn broer verongelukte.
Brams moeder zegt: ‘Het meest puberale aan de rouw van Bram is dat hij de puberteit heeft overgeslagen. Hij is van kind van 13 (ten tijde van het ongeluk) meteen een volwassene geworden.’ Bram spreekt regelmatig met rouwtherapeute Tineke die uitlegt hoe Bram op zijn eigen manier grip probeert te krijgen op de situatie.
Anne, ook 15, heeft haar vader anderhalf jaar eerder verloren door zelfdoding. Zelf zegt Anne ‘zelfmoord’. Anne is meer een typische puber die opstandig is tegen haar moeder en boos dat dit nou juist haar moest overkomen. Ook wil ze per se niet zielig gevonden worden. Maar een klein gebaar zo nu en dan – zoals de vraag van een leraar op school hoe het met haar gaat – kan ze juist erg waarderen. Ze heeft een mentor gehad die haar niks vroeg, en dat stak haar erg. Nu heeft ze gelukkig een mentor die subtiel duidelijk maakt dat zij haar begrijpt. Ook Anne gaat naar Tineke en we zien haar gedurende een therapiesessie over boosheid.
Deze documentaire werd in 2007 uitgezonden door de KRO.